Een knapperend haardvuurtje: veel mensen vinden het gezellig. Helaas is de rook ongezond voor jezelf en je omgeving. Houd daarom rekening met elkaar en beperk het aantal uren dat je de open haard of houtkachel gebruikt.

CO2 en fijnstof vervuilen lucht 

Je huis verwarmen met een open haard of houtkachel is niet goed voor onze leefomgeving. Er komt veel CO2 vrij en een groot deel van de warmte verlies je direct via de schoorsteen. Fijnstof en andere schadelijke stoffen vervuilen onze lucht. Dit is voor iedereen ongezond, maar kinderen, ouderen en mensen met longziektes hebben er extra last van. Bovendien is het niet klimaatbewust om je huis te verwarmen met een open haard of houtkachel: een groot deel van de warmte vliegt via de schoorsteen naar buiten. Steek je toch een keer de haard aan? Gebruik dan de 10 stooktips om minder ongezond te stoken.

10 Stooktips voor houtkachel en open haard

  1. Stook alleen droog hout. Vochtig hout brandt niet goed en geeft extra veel rook en fijnstof. Zelf hout hakken? Droog het hout minstens 2 jaar. Het hout is droog als het gebarsten is of als de bast loslaat. Gebruik een vochtmeter om te meten of het hout een vochtigheidsgehalte tussen 15 en 20% heeft. En gebruik haardhout met het FSC- of PEFC-keurmerk. Dat garandeert dat het uit verantwoord beheerd bos komt.
  2. Stook geen geverfd of geïmpregneerd hout: bij verbranding komen zware metalen vrij. Het is daarom verboden om bewerkt hout te verbranden. Ook (spaan)plaat en laminaatvloeren horen níét in de houtkachel of open haard vanwege de lijm die erin zit. Stook ook geen papier en karton. Het geeft veel rook en vliegas en is daarom zelfs verboden als brandstof.
  3. Leg het meest brandbare materiaal (kleine houtjes) boven op het vuur en steek het vuur van bovenaf aan. Dit wordt ook wel de Zwitserse methode genoemd. Dat betekent dat je het meest brandbare materiaal bovenop legt als je de kachel aanmaakt en niet onderop, zoals veel mensen doen. Het hout plaats je kruislings op elkaar, van dikke blokken hout onderin naar dunne losse houtjes en een aanmaakblokje bovenop. Maak het vuur nooit aan met brandbare vloeistoffen (bijvoorbeeld spiritus), dat is gevaarlijk.
  4. Laat de open haard of houtkachel uit bij windstil of mistig weer; raadpleeg de Stookwijzer en let op het stookalert. Op zulke dagen blijft de rook hangen en heb je rondom het huis veel luchtvervuiling en rook- en geuroverlast. Op de Stookwijzer en op stookalert zie je wanneer je vuur beter uit kan blijven.
  5. Laat de schoorsteen minstens één keer per jaar goed vegen. Dit is ook een stuk veiliger: je hebt dan minder kans op een schoorsteenbrand.
  6. Zorg voor volledige luchttoevoer. Het hout kan dan beter verbranden waardoor je minder schadelijke stoffen hebt (zoals kankerverwekkende koolwaterstoffen (PAK’s ) en koolmonoxide). Laat het vuur niet 'smoren'; het hout verbrandt dan niet volledig waardoor er extra veel schadelijke stoffen ontstaan. Ga bij de vakexpert (of handleiding) na wat de specifieke werkwijze is voor jouw haard of kachel.
  7. Houd ventilatieroosters tijdens het stoken open (of zet een raampje open). Vooral bij oudere kachels is het belangrijk dat het vuur lucht kan aantrekken, zodat de rook via de schoorsteen kan worden afgevoerd en er geen schadelijke stoffen blijven hangen. Bij nieuwe kachels wordt vaak automatisch de lucht van buiten aangevoerd. Wordt het binnen te warm met de houtkachel aan? Stook dan met minder hout.
  8. Controleer regelmatig of je goed stookt: een goed vuur heeft gele, gelijkmatige vlammen en er komt bijna geen rook uit de schoorsteen. Oranje vlammen en donkere rook geven aan dat de verbranding niet goed is: zorg dan voor meer luchtaanvoer.
  9. Zorg voor een kachel die niet te groot is voor jouw huis. Bij een te grote kachel wordt het al snel te warm tijdens het stoken. Ga je het vuur dan ‘smoren’, dan komen er meer schadelijke stoffen vrij. Op internet zijn verschillende sites te vinden met een rekentool of een grafiek waarmee je kunt berekenen welk formaat kachel past bij jouw huis. Een specialist kan advies op maat geven voor jouw situatie.
  10. Laat het rookkanaal en de schoorsteen goed afstemmen op je haard of kachel door een installateur. Je voorkomt hiermee schoorsteenbrand. Door een te kort rookkanaal of een regenkap op het rookkanaal, kan de rook zich niet goed verspreiden. Hierdoor heb je rondom je huis luchtvervuiling en rook- en geuroverlast.

Vuurtje maken of niet? Check de stookwijzer

Kachel of open haard aan, of niet? Check de Stookwijzer: die laat zien hoe het op dit moment gesteld is met de luchtkwaliteit in jouw buurt.