Jaap Hardeman ligt begraven op de Nederlands Hervormde Begraafplaats aan de Dorpsstraat. Hij sneuvelde op 10 mei 1940; meteen op de dag dat de Duitse troepen ons land binnenvielen. Slechts 21 jaar was hij toen. Cornelis Leonardus van Velzen was 21 jaar toen hij sneuvelde; ook op 10 mei 1940. Hij ligt begraven op de Rooms Katholieke Begraafplaats Zuidbuurt aan de Zuidbuurtseweg.
En in hetzelfde graf ligt Cornelis Jacobus de Jong die 26 jaar was toen hij sneuvelde op 11 mei 1940, 1 dag na de Duitse inval. Zo hebben we in Zoeterwoude nog twee oorlogsgraven waardoor we deze drie jonge mensen in gedachten houden en eren. De graven worden onderhouden door de Oorlogsgravenstichting.
Dat doet de stichting om de herinneringen levend te houden aan de mannen, vrouwen en kinderen die hun leven verloren tijdens de Tweede Wereldoorlog of tijdens gewelddadige conflicten daarna. Daarvoor doen ze een beroep op lokale vertegenwoordigers. We noemen deze vertegenwoordiger een Consul. Deze wordt door de burgemeester aangewezen en zorgt ervoor dat de oorlogsgraven in onze gemeente er goed verzorgd uitzien. Begin dit jaar had ik een afspraak met de mensen van de Oorlogsgravenstichting. In Zoeterwoude waren we op zoek naar een nieuwe Consul.
We spraken daarbij wat uitgebreider over het werk van de stichting. Naast het onderhouden van 50.000 oorlogsgraven wereldwijd, delen zij ook de verhalen van gesneuvelden op hun website. Elk oorlogsgraf heeft een persoonlijk verhaal.
Ze benadrukten nog maar eens waarom die verhalen zo belangrijk zijn.
Waar oorlogsgraven de tastbare bewijzen zijn van oorlog, wordt de impact van oorlog op het individu, op families en op de samenleving vooral doorgegeven met verhalen.
Van generatie op generatie. Met verhalen vertellen we elkaar hoe het is om te Leven met oorlog. Verhalen maken en houden ons ervan bewust dat vrede, veiligheid en vrijheid niet vanzelfsprekend zijn.
Het gesprek met de Oorlogsgravenstichting zette mij verder aan het denken. Ik probeerde me voor te stellen hoe het als burgemeester moet zijn geweest tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hoe het was om te Leven met oorlog
Wat is het verhaal van burgemeesters in die tijd? Wat is het verhaal van de burgemeester van Zoeterwoude in die tijd? Wat is het verhaal van burgemeester Smeets? Nadat de heer Smeets gemeentesecretaris was geweest vanaf 1920 werd hij vlak voor de oorlog - in 1938 - benoemd tot burgemeester.
Net als voor alle burgemeesters in Nederland, was de oorlog voor hem een uiterst ingewikkelde tijd. Als burgervader wilde hij zorgen en opkomen voor de inwoners van Zoeterwoude. Aan de andere kant moest hij zich aan de regels van de bezetter houden.
Zijn burgemeestersambt was in de oorlog een buitengewoon lastige balanceer-act.
Aftreden zou echter betekenen dat er een vervanger zou komen die de bezetter goedgezind was. In het belang van de inwoners van Zoeterwoude koos hij ervoor om aan te blijven en zijn ambt uit te blijven oefenen.
Dat lukte … tot januari 1945.
Burgemeester Smeets had het bevolkingsregister van Zoeterwoude op ‘onverklaarbare’ wijze laten verdwijnen. Dit bevolkingsregister werd door de Duitsers gebruikt om te controleren of de persoonsbewijzen wel klopten. Zo konden onder andere Joden met een vervalst persoonsbewijs worden opgepakt.
Het laten verdwijnen van de persoonsbewijzen was een levensreddende en tegelijk levensgevaarlijke verzetsdaad van Henri Smeets.
Hij beschermde inwoners van Zoeterwoude door de Duitse bezetter tegen te werken.
Voor zijn eigen veiligheid moest hij januari ’45 onderduiken.
Dat deed hij op de boerderij die nu bekend staat als ‘Schuilhoeve’ aan de Weipoortseweg. Met succes… de Duitsers hebben hem niet ontdekt.
Toen Nederland een paar maanden later werd bevrijd, pakte hij zijn taken als burgemeester weer op. Niet alleen burgemeester Smeets was een held, ook de bewoners van de boerderij die hem en anderen een veilig onderdak boden zijn helden.
Zo zijn er nog vele andere verhalen over moedige inwoners van Zoeterwoude die onderduikers in huis hadden.
Deze verhalen vertellen ons dat de inwoners van onze gemeente zich sterk met elkaar verbonden voelden in onze gemeente. Ze zagen om naar elkaar.
Ze waren bereid om elkaar te helpen en namen daarbij ongekende risico’s in het belang van de ander. Zeker ook in de Tweede Wereldoorlog hadden de inwoners van Zoeterwoude Hart voor Elkaar. Er heerste een sterke gemeenschapszin.
Nu - zo’n 80 jaar later - is die sterke gemeenschapszin in Zoeterwoude nog altijd voelbaar. Het is mijn overtuiging dat het van generatie op generatie doorgeven van verhalen over de Tweede Wereldoorlog bijdraagt aan deze gemeenschapszin. Het leert ons dat Samen leven, Omzien naar Elkaar, Hart hebben voor Elkaar keihard nodig is.
En dat is waardevol, want ook nu hebben we elkaar keihard nodig.
We leven misschien niet letterlijk ín een oorlog. We leven wel mét een oorlog.
De vreselijke oorlog in Oekraïne is nu ruim een jaar bezig.
Overal waar ik kom en mensen spreek, voel ik dat Zoeterwoude meeleeft en voor de ander klaar staat. Al een maand nadat de oorlog uitbrak konden we onderdak bieden aan Oekraïense ontheemden. Een aantal units van zorginstelling Swetterhage was in ongekend hoog tempo bewoonbaar gemaakt, mede dankzij de inzet van vele vrijwilligers. Enkele inwoners van Zoeterwoude namen op eigen houtje initiatief om vluchtelingen op te vangen.
Het afgelopen jaar hebben we zo vele Oekraïense gasten een veilig dak boven hun hoofd kunnen bieden. Het maakt mij trots als ik zie hoe Zoeterwoude klaar staat voor mensen die moeten vrezen voor hun leven. De oorlog in Oekraïne raakt in de eerste plaats de Oekraïeners. Het is afschuwelijk wat zij meemaken. Zoeterwoude leeft, ik leef met u mee. Voor onze Oekraiense gasten hoop ik dat u zo snel mogelijk herenigd kunt worden met uw dierbaren. Zo lang u echter in Zoeterwoude bent zullen wij u met de Zoeterwoudse gastvrijheid een veilige plek bieden.
Ook al leven wij hier veilig in vrede en vrijheid, de oorlog in Oekraïne raakt ons ook.
We zien, horen en lezen elke dag zeer trieste verhalen. En we voelen ook de gevolgen, politiek, economisch. Gevoelens van onzekerheid.
Leven met oorlog zet ons aan het denken. Wat betekent het voor onze toekomst? Wat betekent het voor onze veiligheid, hier in Nederland? Wat betekent dat voor mijn familie, voor mijn geliefden, voor mijn werk? Wat betekent het voor mij? Iedereen beleeft en ervaart het op z’n eigen manier.
Ook dit zijn oorlogsverhalen, die jong en oud met zich meenemen voor de rest van hun leven. Verhalen die verteld moeten blijven worden.
Verhalen over leven met de Tweede Wereldoorlog.
Verhalen over leven met de oorlog in Oekraïne.
Verhalen over leven met oorlogen en vredesmissies daartussen, zoals Nederlands-Indië, voormalig Joegoslavië en Afghanistan. Al deze verhalen vertellen ons wat Leven met oorlog met ons doet.
We moeten ze blijven vertellen aan elkaar en vooral aan de generatie van de toekomst.
Het doet mij goed dat de generatie van de toekomst hier aanwezig is; de leerlingen van groep 8 van basisschool Het Avontuur die de afgelopen tijd op school veel aandacht hebben besteed aan het onderwerp oorlog. Veteraan en raadslid Matthijs van der Hoeven zoekt de generatie van de toekomst op door langs scholen te gaan om zijn eigen oorlogservaringen te vertellen. Hij werd uitgezonden naar voormalig Joegoslavië en vertelt leerlingen wat oorlog met hem heeft gedaan. Samen met de gemeenteraad heeft Matthijs zich bovendien hard gemaakt voor een Witte Anjer Perk voor ons gemeentehuis om de 39 oorlogsveteranen die in Zoeterwoude wonen te eren.
Het is mooi dat dit Witte Anjer Perk er komt, zodat we op deze plek stil kunnen staan bij hen die zich in het verleden hebben ingezet voor vrede, veiligheid en vrijheid in de wereld. Want één ding weten we zeker dankzij alle oude en nieuwe oorlogsverhalen: vanzelfsprekend is vrede, veiligheid en vrijheid nooit.
Leven met oorlog.
Toen en nu.
Dichtbij of ver weg.
Het vertellen van de verhalen is verwerking voor de generaties die het meemaakten en een waarschuwing voor de generaties na hen.
Verhalen blijven leven dankzij de oorlogsgraven van Jaap Hardeman, Bernardus Tijssen, Cornelis van Velzen en Cornelis de Jong.
Verhalen blijven leven door de namen op de gedenksteen aan de gevel van ons gemeentehuis, door het Witte Anjer Perk, door alle andere oorlogsmonumenten en natuurlijk door de jaarlijkse 4-mei herdenking van vandaag.
Vertel je eigen verhalen door.
Wees nieuwsgierig en vraag naar de verhalen van de ander.
Vraag het je opa en oma.
Vraag het je ouders, je familie, je vrienden en vriendinnen, vraag het je buren.
En vraag het ook uw kinderen en kleinkinderen.
Zij krijgen veel mee op school, op tv en online en maken zo hun eigen verhalen.
Op een of andere manier leven we allemaal met oorlog.
Dat heeft hoe dan ook - direct of indirect - impact op ons als mens en op onze samenleving. Dus laten we naar elkaar blijven omkijken in de hechte gemeenschap die Zoeterwoude is. Dat deden we ruim 80 jaar geleden en dat doen we nog steeds.
Het gevoel van verbinding in onze gemeente is bijzonder, warm en waardevol. Laten we de vrijheid blijven delen met elkaar.
Heb hart voor ons verleden.
Heb hart voor onze toekomst.
Heb hart voor elkaar.