Artikel 1. Begripsomschrijvingen
- 1.
In deze beleidsregels bedoelen we met:
- •
asielstatushouder: de inburgeringsplichtige (zoals in artikel 13, lid 1, van de Wet inburgering 2021);
- •
besluit: het Besluit inburgering 2021;
- •
brede intake: de brede intake, zoals in artikel 14 van de Wet inburgering 2021;
- •
gemeente: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoeterwoude;
- •
we: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoeterwoude;
- •
gezinsmigranten en overige migranten: inburgeringsplichtigen, zoals in artikel 19 van de Wet inburgering 2021;
- •
inburgeringsplichtige: de inwoner die volgens artikel 3 van de Wet inburgering 2021 inburgeringsplichtig is;
- •
MAP: de Module Arbeidsmarkt en Participatie, zoals in artikel 6, lid 1 punt b, van de Wet inburgering 2021;
- •
PIP: het Persoonlijk plan Inburgering en Participatie, zoals in artikel 15 van de Wet inburgering 2021;
- •
PVT: het Participatieverklaringstraject, zoals in artikel 6, lid 1 punt a van de Wet inburgering 2021;
- •
regeling: de Regeling inburgering 2021;
- •
wet: de Wet inburgering 2021 zoals die was op 1 januari 2025.
- 2.
Alle begrippen die deze beleidsregels worden gebruikt en die niet in lid 1 zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet inburgering 2021, het Besluit inburgering 2021 of de Regeling inburgering 2021."
Artikel 2. Kernpunten van het inburgeringstraject
De wet inburgering heeft als doel om inburgeringsplichtigen zo snel mogelijk Nederlands te leren spreken, schrijven, lezen en luisteren op het voor hen hoogst haalbare niveau, zodat zij volwaardig mee kunnen draaien in de Nederlandse samenleving, liefst via betaald werk. De gemeente heeft een centrale rol in de begeleiding en ondersteuning van de inburgeringsplichtige. Deze rol is voor asielstatushouders uitgebreider dan voor gezinsmigranten en overige migranten.
Om invulling te geven aan het doel van de Wet Inburgering 2021, werkt de gemeente met de volgende kernpunten:
- a.
Tijdige start: de gemeente ondersteunt de inburgeraar actief dat de inburgeringsplichtige tijdig kan starten met het inburgeringstraject;
- b.
Snelheid: de inburgeringsplichtige rondt het inburgeringstraject binnen de termijn van drie jaar af. De gemeente let erop dat het traject niet langer duurt dan nodig is om het traject succesvol af te ronden;
- c.
Maatwerk: de gemeente stelt voor iedere inburgeringsplichtige een passend traject vast;
- d.
Dualiteit: de inburgeringsplichtige combineert zoveel mogelijk activiteiten gericht op het leren van de Nederlandse taal en op meedoen aan de maatschappij;
- e.
Kwaliteit: de gemeente stelt eisen aan de kwaliteit van het aanbod en zorgt ervoor dat die kwaliteit en de continuïteit gewaarborgd is.
Artikel 3. Informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen
- 1.
De gemeente zorgt ervoor dat de inburgeringsplichtige op een passende manier informatie krijgt over:
- a.
diens wettelijke rechten en plichten;
- b.
welke ondersteuning en begeleiding deze recht op heeft; en
- c.
het aanbod aan inburgeringsvoorzieningen en hoe deze hier gebruik van kan maken.
- 2.
De gemeente kan bij de informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen de volgende middelen gebruiken:
- a.
voorlichtingsbijeenkomsten;
- b.
persoonlijke gesprekken, waarbij zo nodig een tolk wordt ingeschakeld;
- c.
schriftelijke informatie in begrijpelijk Nederlands (niveau B1 of lager) en in de meest voorkomende vreemde talen;
- d.
telefonische informatie; en
- e.
de inzet van een taalmaatje en/of personen uit het netwerk van de inburgeringsplichtige.
Artikel 4. Brede intake
- 1.
De gemeente neemt bij de inburgeringsplichtige een brede intake af. Met de informatie uit deze brede intake krijgt de gemeente een beeld van de startpositie en de ontwikkelingsmogelijkheden van de inburgeringsplichtige. De gemeente geeft
- a.
samen met de inburgeringsplichtige en
- b.
op basis van de uitkomst van de brede intake invulling aan het inburgeringstraject;
- 2.
De brede intake wordt afgenomen zoals beschreven in hoofdstuk 5, artikel 5.2 van het besluit inburgering 2021;
- 3.
De gemeente organiseert waar mogelijk een warme overdracht in de vorm van een driegesprek met de asielgerechtigde inburgeringsplichtige, het COA en de gemeente;
- 4.
We nemen de brede intake zo vroeg mogelijk af, vanaf het moment van inschrijving in de gemeente.
Artikel 5. Werkwijze brede intake
- 1.
De gemeente nodigt de inburgeringsplichtige schriftelijk uit voor de brede intake. De uitnodiging schrijven we in begrijpelijke taal. In de uitnodiging vermeldt de gemeente behalve informatie over dag, plaats en tijdstip van de intake ook het volgende:
- a.
het doel, de werkwijze en het belang van de brede intake in het inburgeringstraject;
- b.
het recht om de gesprekken in het kader van de brede intake met de gemeente alleen te voeren of in aanwezigheid van een onafhankelijk cliëntondersteuner; en
- c.
de gevolgen als de inburgeringsplichtige niet bij de brede intake verschijnt of hieraan onvoldoende meewerkt.
- 2.
Wanneer de inburgeringsplichtige – ook na drie oproepen – niet bij de brede intake verschijnt of onvoldoende medewerking verleent, voltooit de gemeente de intake zonder de inburgeringsplichtige. In dat geval onderzoekt de gemeente de omstandigheden van de inburgeringsplichtige aan de hand van de gegevens die wel bekend zijn, zoals:
- a.
de uitkomsten van de leerbaarheidstoets (als de inburgeringsplichtige daaraan heeft meegewerkt);
- b.
voor asielstatushouders: de gegevens uit het Taakstelling Volg Systeem (TVS)
- c.
informatie uit het uitkeringsdossier.
Artikel 6. Persoonlijk plan Inburgering en Participatie
- 1.
De gemeente stelt het Persoonlijk plan Inburgering en Participatie op zoals in artikel 15 van de wet Inburgering 2021. Na afronding van de brede intake stelt de gemeente zoveel mogelijk samen met de inburgeringsplichtige het PIP op. De gemeente gebruikt hiervoor de uitkomsten van de brede intake. De gemeente nodigt de inburgeringsplichtige schriftelijk uit voor een gesprek hierover. In ieder geval worden in dat gesprek de volgende onderwerpen besproken:
- a.
de uitkomsten van de brede intake;
- b.
de persoonlijke einddoelen van de inburgeringsplichtige in het inburgeringstraject;
- c.
welke leerroute als passend wordt gezien en waarom;
- d.
de rechten en plichten van de inburgeringsplichtige tijdens het inburgeringstraject;
- e.
de verwachtingen van de inburgeringsplichtige over het traject;
- f.
de rol van de gemeente bij dit traject; en
- g.
voor gezinsmigranten en overige migranten: het aanbod vanpassend en kwalitatief goed inburgeringsonderwijs waarmee de migrant de leerroute kan volgen en voltooien.
- 2.
Het PIP heeft de vorm van een officieel besluit (beschikking). Hierin staat vermeld:
- a.
wat de vastgestelde leerroute is (en voor de asielstatushouder ook de intensiteit hiervan);
- b.
welke afspraken er zijn gemaakt over (arbeids-)participatie;
- c.
welke ondersteuning en begeleiding de inburgeringsplichtige bij de leerroute krijgt en van welke organisatie(s);
- d.
welke afspraken er zijn gemaakt over vroeg- en voorschoolse educatie;
- e.
welke onderdelen het PVT en de MAP bevatten en de intensiteit hiervan;
- f.
de duur van het inburgeringstraject en het aantal voortgangsgesprekken dat de gemeente met de inburgeringsplichtige heeft tijdens het traject; en
- g.
wanneer de inburgeringsplichtige recht heeft op een bijstandsuitkering: een verwijzing naar de relevante beschikking(en) op grond van de Participatiewet. Het gaat met name om:
- i.
een verwijzing naar de toekenningsbeschikking van de uitkering voor levensonderhoud
- ii.
het financieel ontzorgen (voor asielstatushouders)
- iii.
de verwijzing naar de beschikking waarin de arbeids- en re-integratieverplichtingen van de inburgeringsplichtige staan vermeld.
- 3.
De beschikkingen op grond van de Participatiewet (zoals in artikel 6 lid 3 onderdeel g), worden bijgevoegd bij de beschikking waarmee het PIP wordt vastgesteld. Neemt de gemeente op een later moment (nog) een besluit op grond van de Participatiewet? Dan voegt de gemeente ook deze beschikking bij.
- 4.
De gemeente stelt het PIP vast volgens de termijnen die worden genoemd in alinea 5.3 van de nota van toelichting op het Besluit Inburgering 2021.
Artikel 7. Leerroutes
- 1.
De gemeente bepaalt samen met de inburgeringsplichtige welke leerroute de inburgeringsplichtige moet volgen om aan de inburgeringsplicht te voldoen, namelijk
- a.
de B1-route, zoals beschreven in art. 7 van de wet;
- b.
de onderwijsroute, zoals beschreven in art. 8 van de wet, of;
- c.
de zelfredzaamheidsroute (Z-route), zoals beschreven in art. 9 van de wet.
Artikel 8. Inhoud van de leerroutes
- 1.
De gemeente zorgt ervoor dat de inhoud van de leerroutes aansluit op de overige onderdelen van het inburgeringstraject.
- 2.
De gemeente zorgt voor een gevarieerd aanbod aan leerroutes. Zo passen de leerroutes zo goed mogelijk bij de situatie en de behoefte van de inburgeringsplichtige,
- 3.
De gemeente werkt binnen de Leidse regio samen om een gevarieerd aanbod te kunnen doen.
Artikel 9. Participatieverklaringstraject
- 1.
De gemeente biedt de inburgeringsplichtige het PVT aan zoals in art. 3.2 van het Besluit Inburgering 2021, art. 3.1 van de Regeling inburgering 2021 en alinea 2.5.3 van de toelichting op Besluit inburgering 2021.
- 2.
We besteden in het PVT in ieder geval aandacht aan de volgende onderwerpen:
- a.
Individualisme en groepsculturen;
- b.
Individualisme in de praktijk;
- c.
Machtafstand, gelijkheid, man/vrouw verhouding, LHBTIQ-personen;
- d.
Gelijkheid en solidariteit in een zorgende cultuur;
- e.
Solidariteit in een Participatiesamenleving;
- f.
- 3.
De gemeente stemt het PVT af op
- a.
de Zoeterwoudse samenleving en
- b.
de overige onderdelen van de inburgering.
Het staat de gemeente vrij om de inhoud van het PVT aan te passen binnen de kaders van lid 1 van dit artikel.
- 4.
De gemeente registreert of de inburgeringsplichtige aanwezig is bij de inleiding op de Nederlandse kernwaarden en bij de ondertekening van de participatieverklaring.
Artikel 10. Module Arbeidsmarkt en Participatie
- 1.
De gemeente biedt de inburgeringsplichtige de MAP aan in zoals in art. 3.1 van het Besluit inburgering 2021, art. 3.2 van de Regeling inburgering 2021 en alinea. 2.5.4 van de toelichting op het Besluit inburgering 2021.
- 2.
Het doel van de MAP is dat de inburgeringsplichtige:
- a.
kennismaakt met de Nederlandse arbeidsmarkt;
- b.
inzicht krijgt in de eigen competenties en arbeidskansen;
- c.
een concrete beroepswens kan formuleren;
- d.
beroeps- en werknemerscompetenties aanleert;
- e.
leert hoe deze een netwerk opbouwt;
- f.
praktische ervaring opdoet op de (lokale) arbeidsmarkt; en
- g.
- 3.
De gemeente houdt bij het vaststellen van de inhoud en het aantal uren van de MAP rekening met de vermogens, capaciteiten en ontwikkelbehoeften van de inburgeringsplichtige en de situatie op de lokale arbeidsmarkt.
- 4.
De gemeente legt de afspraken over de invulling van de MAP schriftelijk vast in het PIP van de inburgeringsplichtige.
- 5.
De inburgeringsplichtige besteedt ten minste 40 uur van de MAP aan het opdoen van praktische ervaring op de arbeidsmarkt.
- 6.
De MAP wordt afgesloten met een eindgesprek tussen de inburgeringsplichtige en de gemeente. Daarin bespreken we:
- a.
- b.
- c.
- d.
van de inburgeringsplichtige.
- 7.
De gemeente beoordeelt op basis van dit gesprek of de inburgeringsplichtige voldoet aan de doelstelling en gestelde urennorm van de MAP. De gemeente houdt bij deze beoordeling rekening met de capaciteiten en vermogens van de inburgeringsplichtige.
- 8.
Artikelen 1 tot en met 10 en 19 gelden voor alle inburgeringsplichtigen. De artikelen 11 tot en met 18 gelden alleen voor asielstatushouders.
Artikel 11. Inburgeringsaanbod asielstatushouders
- 1.
De gemeente biedt de asielstatushouder zo snel mogelijk na vaststelling van het PIP een cursus of opleiding aan waarmee de asielstatushouder kan voldoen aan de vastgestelde leerroute. De tijd tussen het aanmelden en de start van de cursus of opleiding is maximaal 20 werkdagen.
- 2.
Met het inburgeringsaanbod kan de asielstatushouder:
- a.
de Nederlandse taal leren op het voor hem of haar hoogst mogelijke niveau;
- b.
kennis opdoen over de Nederlandse maatschappij, zoals over normen en waarden, omgangsregels, de Nederlandse geschiedenis, het onderwijssysteem en de gezondheidszorg;
- c.
zich voorbereiden op actieve participatie in de samenleving en op de arbeidsmarkt.
- 3.
Het inburgeringsaanbod sluit aan bij de capaciteiten, persoonlijke omstandigheden en mogelijkheden van de asielstatushouder.
- 4.
De asielstatushouder heeft recht op twee gratis examenpogingen. Dit staat in Artikel 3.5 van de Regeling Inburgering 2021.
- a.
Zijn er meer pogingen nodig én de eerste twee pogingen overlegd met de taalaanbieder? Dan vergoedt de gemeente nog twee examenpogingen. Deze pogingen moeten ook in overleg met de taalaanbieder worden gepland.
- b.
Zijn de twee gratis examenpogingen niet in overeenstemming met de taalaanbieder gedaan? Dan vergoedt de gemeente geen vervolgpogingen.
Artikel 12. Kwaliteit van het inburgeringsaanbod en de leerroutes
- 1.
Voor de kwaliteit van het inburgeringsaanbod voor asielstatushouders gelden de volgende uitgangspunten:
- a.
De gemeente zorgt voor een kwalitatief goed aanbod aan cursussen, opleidingen en andere (participatie)activiteiten waarmee de asielstatushouder aan de leerroute kan voldoen. De gemeente zorgt ook voor continuïteit in het aanbod.
- b.
Cursusinstellingen die het taalonderwijs binnen de B1-route en de Z-route verzorgen moeten in het bezit zijn van een certificaat of keurmerk zoals in artikel 16 lid 3 van de wet Inburgering 2021. Taalschakeltrajecten moeten voldoen aan de eisen uit artikel 8 lid 2 van de wet.
- 2.
De gemeente legt in de aanbestedingsleidraad aanvullende kwaliteitscriteria vast voor het inburgeringsaanbod aan asielstatushouders.
- 3.
De gemeente legt in de aanbestedingsleidraad vast hoe zij de kwaliteit van het inburgeringsaanbod aan asielstatushouders en de leerroutes gaat controleren en wat zij doet als de kwaliteit onvoldoende is.
Artikel 13. Voortgang inburgering
- 1.
De gemeente volgt de vorderingen van de inburgeringsplichtige tijdens het inburgeringstraject en houdt in de gaten of het traject nog passend is. De gemeente voert hiervoor periodiek voortgangsgesprekken met de inburgeringsplichtige zolang het inburgeringstraject loopt. Het aantal gesprekken tijdens het inburgeringstraject wordt afgestemd op het niveau van de inburgeringsplichtige (maatwerk).
- 2.
Tijdens de eerste twaalf maanden na de start van de inburgeringstermijn vinden minimaal twee voortgangsgesprekken plaats.
- 3.
Als voorbereiding op deze gesprekken verzamelt de gemeente informatie via de organisaties die bij het traject betrokken zijn, zoals bij cursusinstellingen, werkgevers en andere personen..
- 4.
De gemeente maakt een verslag van ieder voortgangsgesprek. De gemeente deelt dit met de inburgeringsplichtige wanneer er zaken besproken zijn die af dreigen te wijken of afwijken van het PIP.
- 5.
Op basis van de uitkomst van deze gesprekken past de gemeente zo nodig (onderdelen van) het PIP aan en stelt dan het PIP opnieuw per beschikking vast.
Artikel 14 Aanwezigheid
- 1.
De asielstatushouder is tenminste aanwezig bij 90% van het aanbod van de gemeente.
- 2.
Als de asielstatushouder niet aanwezig kan zijn geeft deze dit voor het begin van de les aan de docent en de contactpersoon van de gemeente.
- 3.
Wanneer er minder dan 90% aanwezigheid is zonder geldige reden kan de gemeente handhaven. De handhaving staat uitgelegd in artikelen 16, 17 en 18.
- 4.
Geldige redenen voor afwezigheid (kunnen) zijn:
- a.
Ziekte van de asielstatushouder of hun eerstegraads familielid
- i.
Onder ziekte verstaan we dat iemand lichamelijk of psychisch niet in staat is deel te nemen aan het aanbod. Bijvoorbeeld door griep, hoge koorts, hevige pijn of andere serieuze klachten.
- ii.
Milde klachten, zoals lichte verkoudheid, hoofdpijn of vermoeidheid vallen hier niet onder.
- b.
Overlijden van eerstegraads familielid
- c.
Tijdelijke mantelzorg voor eerstegraads familielid
- d.
- e.
- f.
Onvoorziene persoonlijke omstandigheden (zoals brand, verlies van woning, etc.)
Artikel 15 Verlengingen
- 1.
De gemeente doet de asielstatushouder een passend inburgeringsaanbod. Dat betekent dat de gemeente rekening houdt met de situatie van de asielstatushouder. Bijvoorbeeld: als iemand een baan heeft, proberen we zoveel mogelijk aanbod te doen buiten de werktijden om.
- 2.
De gemeente moet een aanbod doen waarmee de inburgeringsplichtige aan diens leerroute kan voldoen. Dit is wettelijk bepaald, in artikel 16 van de Wet inburgering 2021. Het gaat om een inburgeringscursus die opleidt tot het inburgeringsexamen of het behalen van de Z-route en om het taalschakeltraject waarmee de onderwijsroute kan worden behaald.
- a.
De gemeente zorgt voor lesuren die redelijkerwijs gevolgd kunnen worden.
- b.
Lesuren die door overmacht (zoals beschreven in artikel 14, lid 4) niet gevolgd kunnen worden vallen niet onder lesuren die redelijkerwijs gevolgd kunnen worden.
- c.
Lesuren die verwijtbaar niet worden gevolgd vallen wel onder lesuren die redelijkerwijs gevolgd (hadden) kunnen worden.
- 3.
Als een asielstatushouder niet binnen de termijn van 3 jaar kan voldoen aan de inburgeringsplicht, kan deze een verlenging van de inburgeringstermijn aanvragen bij DUO.
- a.
Als DUO bepaalt dat de inburgeringstermijn wordt verlengd door niet-verwijtbare omstandigheden, biedt de gemeente voor de duur van de verlenging een inburgeringsaanbod aan.
- b.
Als DUO bepaalt dat de omstandigheden wel verwijtbaar waren én de gemeente in de loop van de inburgeringstermijn een aanbod zoals in lid 2 heeft gedaan, biedt de gemeente een inburgeringsaanbod onder de volgende aanvullende voorwaarden:
- i.
Wanneer de inburgeringsplichtige meer dan 2 keer afwezig is volgt er een gesprek met de gemeente
- iii.
Wanneer de inburgeringsplichtige minder dan 90% aanwezig is bij het verlengde aanbod zonder geldige redenen (zoals in artikel 14 lid 4), stopt de gemeente het aanbod
- iv.
Wanneer de inburgeringsplichtige later voldoende gemotiveerd is om aan lessen deel te nemen volgt een gesprek met de gemeente en is het mogelijk het inburgeringsaanbod te hervatten.
Artikel 16. Maatschappelijke begeleiding van de asielstatushouder
- 1.
De gemeente zorgt ervoor dat de asielstatushouder maatschappelijke begeleiding krijgt. Dit staat in artikel 5.1 van de regeling Inburgering 2021.
- 2.
De begeleiding start op de dag dat de asielstatushouder in de basisregistratie personen (BRP) in de gemeente staat ingeschreven en daadwerkelijk in de gemeente woont.
- 3.
De gemeente stemt de inhoud en duur van de maatschappelijke begeleiding af op
- a.
- b.
- c.
de persoonlijke omstandigheden en
- d.
de maatschappelijke positie
van de asielstatushouder.
Artikel 17. Handhaving verplichtingen bij de brede intake
- 1.
De gemeente handhaaft de verplichtingen bij de brede intake volgens alinea 3.1.1 van de toelichting op het Besluit inburgering 2021. De hoogte van de boete staat in artikel 7.1.1 van het Besluit.
Artikel 18. Handhaving tijdens het inburgeringstraject
- 1.
De gemeente handhaaft de verplichtingen bij de brede intake volgens alinea 3.1.2 van de toelichting op het Besluit inburgering 2021. De hoogte van de boete staat in artikel 7.1.1 van het Besluit.
Artikel 19. Samenhang met handhaving op grond van de Participatie
- 1.
Wanneer de inburgeringsplichtige ook een bijstandsuitkering (Participatiewet) ontvangt en zich niet houdt aan verplichtingen en afspraken uit het PIP kan de gemeente kiezen of zij wil handhaven op grond van de wet inburgering 2021 of de participatiewet. De keuze hangt samen met verplichtingen en afspraken in het PIP waarin de nadruk ligt op het bevorderen van participatie en het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt, of de nadruk ligt op het vergroten van de taalbeheersing.
- 2.
Wanneer de nadruk ligt op het vergroten van de taalbeheersing, legt de gemeente bij voorkeur een boete op grond van de wet inburgering 2021 op.
- 3.
Wanneer de nadruk ligt op het bevorderen van participatie en het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt, verlaagt de gemeente bij voorkeur de uitkering volgens artikel 18 Participatiewet en de verordening zoals in artikel 8 lid 1 van de Participatiewet.
- 4.
Voor hetzelfde gedrag kiest de gemeente een van deze twee vormen van handhaving, niet allebei.
- a.
Bij de keuze tussen handhaving op grond van de Participatiewet door een verlaging van de uitkering en handhaving op grond van de wet via een boete, weegt de gemeente ook af welke manier van handhaving het best bijdraagt aan het succesvol voltooien van het inburgeringstraject. Hierbij houdt de gemeente rekening met de gevolgen van de handhaving voor de inburgeringsplichtige.
- 5.
In de brief (beschikking) aan de inburgeringsplichtige vermeldt de gemeente of er een boete op grond van de wet inburgering 2021 wordt opgelegd of dat de uitkering wordt verlaagd op grond van de Participatiewet.
Artikel 20. Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
Deze regeling treedt per 15 oktober 2025 in werking.
- 2.
De Beleidsregels Inburgering Gemeente Zoeterwoude 2021 worden per deze datum ingetrokken.
- 3.
Deze regeling wordt genoemd: Beleidsregels inburgering Gemeente Zoeterwoude 2025.