maandag 17 januari 2022
Originele publicatie downloaden:
Type bekendmaking:
beleidsregel



Beleidsplan handhaving Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Zoeterwoude 2022-2025

Inleiding

 

De Participatiewet schrijft in artikel 8b voor dat in het kader van het financiële beheer bij verordening regels opgesteld moeten worden voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand en het misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. De artikelen 35, lid 1 onder c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) schrijven hetzelfde voor. Hiermee krijgt de gemeente de verplichting om eigen regels te bepalen over het voorkomen van fraude en de bestrijding van fraude. Het college stelt deze regels rondom handhaving vast door middel van deze notitie.

 

1. Visie en doelstelling beleidsplan

 

Het uiteindelijke doel van hoogwaardige handhaving is om via de integrale aanpak van hoogwaardig handhaven er naar te streven dat slechts diegenen, voor wie de gemeentelijke uitkeringen zijn bedoeld, daarvan gebruik maken. Op deze manier wordt het schadebedrag als gevolg van misbruik en oneigenlijk gebruik van deze regelingen beperkt.

De doestelling is om het rechtmatig verstrekken van bijstandsuitkeringen te bevorderen en fraude met bijstandsuitkeringen te voorkomen en te bestrijden door toepassing van de systematiek van het hoogwaardig handhaven.

2. Hoogwaardig Handhavingsbeleid

 

Het hoogwaardige handhavingsbeleid is erop gericht de bereidheid tot naleving van de Participatiewet, de Ioaw en de Ioaz door de cliënten te verhogen door maatregelen te treffen op het gebied van voorlichting, controle, dienstverlening en afdoening. Hoogwaardige handhaving stoelt op de gedachte dat het gelijktijdig doorvoeren van zowel preventieve als repressieve aanpassingen in de uitvoering leidt tot verbeterde handhaving. Het leidt tot een toename van het aantal cliënten dat bereid is de regelgeving na te leven. Het hoogwaardig handhaven is gebaseerd op vier pijlers:

  • 1.

    het beter en vroegtijdig informeren van cliënten, waardoor zij een correct beeld krijgen van hun rechten en verplichtingen en daardoor een meer realistisch verwachtingspatroon;

  • 2.

    het bevorderen van de acceptatie van wet- en regelgeving en de daarmee samenhangende controle door optimalisering van de dienstverlening en het wegnemen van onnodige belemmeringen;

  • 3.

    de vroegtijdige detectie en afhandeling van fraudesignalen volgens het principe van controle op maat, waardoor de cliënten ervaren dat er een verhoogde pakkans bestaat;

  • 4.

    een daadwerkelijke, zowel proportionele als afschrikwekkende, sanctionering in het geval van geconstateerde fraude.

De eerste twee pijlers behoren tot het onderdeel preventie (voorkomen van fraude), de laatste twee pijlers tot het onderdeel repressie (bestrijding van fraude).

 

Het voordeel van de gemeente Zoeterwoude is dat door de relatief beperkte omvang van het cliëntenbestand de klantmanager een beter beeld heeft van de cliënt en diens omstandigheden. Hierdoor is het voor de gemeente beter in te schatten of mogelijk sprake is van fraudeleus gedrag. Ook is de sociale controle binnen een kleinere gemeenschap beter gewaarborgd dan in grotere steden waardoor de kans op fraude minder groot is. Niettemin dient de gemeente fraudealert te blijven zodat misbruik van gemeentelijke uitkeringen wordt voorkomen en het draagvlak voor de sociale zekerheid overeind blijft. De systematiek van het hoogwaardig handhaven draagt hiertoe bij.

 

2.1. Vroegtijdig informeren

Handhaving begint met het informeren van de cliënt. Als (toekomstige) ontvanger van bijstand moet de cliënt weten welke verplichtingen gelden, hoe de cliënt daar op de juiste wijze aan kan voldoen en hoe de cliënt de gemeente informeert zodra er sprak is van een wijziging. Het accent lag vroeger vooral op het controleren van de regels maar sinds 2019 wordt het belang van vroegtijdig informeren op het gebied van handhaven uitdrukkelijk onderkend. Voorkomen moet worden dat uit eigen aannames of door onwetendheid fraude ontstaat. Bovendien voorkomt het dat cliënten gaan frauderen als men weet dat de gemeente een actief handhavingsbeleid voert en metterdaad sanctioneert als men zich niet houdt aan de verplichtingen, die verbonden zijn aan de uitkering.

  • Tijdens het intakegesprek wordt de (toekomstige) cliënt geïnformeerd over zijn rechten en plichten. Dit aan de hand van een checklist. Cliënt wordt hierbij gewezen op de actieve controleplicht van de gemeente en welke instrumenten de gemeente daarvoor gebruikt. Ook wordt de cliënt gewezen op de consequenties van fraudegedrag en dat de gemeente een lik-op stuk beleid voert voor cliënten die willens en wetens zich niet houden aan de inlichtingenplicht met als doel geldelijk gewin.

  • De beschikking tot toekenning informeert de cliënt naast de rechten ook in begrijpelijke taal (B1) de verplichtingen die verbonden zijn aan de uitkering. In de toekenningsbeschikking wordt nadrukkelijk aangegeven dat het niet naleven van de verplichtingen kan leiden tot een boete of verlaging van de uitkering.

  • De gemeente informeert de cliënt periodiek over de laatste ontwikkelingen op het gebied van de bijstand, het minimabeleid en overige zaken via een nieuwsbrief. In de periodieke nieuwsbrieven wordt tevens aandacht besteed aan handhaving.

 

2.2. Optimalisering van dienstverlening

Naleving van regels moet voor de cliënt zo makkelijk mogelijk worden gemaakt.

  • Cliënt wordt niet lastig gevallen met informatievragen of controle van gegevens waarover de gemeente al beschikt. Op basis van de Wet eenmalige gegevens uitvraag per 1 januari 2008 mogen gemeenten de basisgegevens van cliënten, maar één keer uitvragen. Een inwoner van de gemeente Zoeterwoude hoeft zijn gegevens dus in beginsel maar eenmaal aan de gemeente te verstrekken.

  • Het huidige Inlichtingenformulier dat maandelijks ingeleverd werkt bevorderend voor de naleving. Op dit formulier vermelden cliënten wijzigingen in hun persoonlijke leef- en woonsituatie en wijzigingen in hun inkomens- en vermogenspositie. Het voordeel hiervan is dat cliënten actief door de gemeente worden herinnerd aan hun inlichtingenplicht om wijzigingen tijdig door te geven zodat hoge terugvorderingen van bijstand achteraf voorkomen wordt. De omvang van het cliëntenbestand maakt dit op dit moment nog mogelijk. De formulieren kunnen ook fraudesignalen opleveren die nader onderzoek nodig maken.

 

2.3. Controle op maat.

Het uitgangspunt is dat de gegevens worden verzameld zonder de cliënten hiervoor te belasten.

De gegevens van de cliënten worden op bepaalde momenten gecontroleerd:

 

Bij aanvraag van de uitkering

  • Voor een aanvraag overlegt de cliënt de nodige bewijsstukken over vermogen, inkomen, woon en leefsituatie en andere gegevens die de gemeente nodig acht. Het uitgangspunt is dat de gegevens worden verzameld zonder de cliënten hiervoor te belasten. SUWI-inkijk speelt een belangrijke rol bij het verzamelen van de noodzakelijke informatie. Deze wordt altijd vooraf geraadpleegd indien sprake is een van een uitkeringsaanvraag. Als uit dit vooronderzoek blijkt dat sprake is van een verhoogd risico op fraude vindt de intake plaats in aanwezigheid van een fraudemedewerker.

  • De gemeente maakt gebruik van de mogelijkheid om een huisbezoek af te leggen om de noodzaak van bijstandverlening te kunnen vaststellen. Het huisbezoek wordt afgelegd door de klantmanager Werk en Inkomen. Het is hierbij belangrijk de wettelijke kaders voor een huisbezoek in acht te nemen. Dit onder toepassing van de Wet huisbezoeken. De Wet huisbezoeken voorziet erin dat huisbezoeken tevens mogelijk zijn als geen vermoeden van fraude is. Dit zolang het huisbezoek voldoet aan de voorwaarden van noodzaak, proportionaliteit en subsidiariteit. De gemeente hanteert als richtlijn voor de uitvoering de Handreiking Huisbezoeken van het VNG. Centraal hierbij staat dat de cliënt altijd eerst toestemming moet geven om de woning te mogen betreden.

Controle tijdens de uitkeringssituatie

  • De gemeente maakt gebruik van huisbezoeken bij vermoede van fraude en ter verificatie van de rechtmatigheid van de uitkering. Dit laatste is mede in belang voor de bepaling of er sprake is van toepassing van de kostendelersnorm.

  • Er wordt gebruik gemaakt van de dienstverlening en expertise van een fraudemedewerker. Deze fraudemedewerker wordt gezien de schaal van de gemeente ingehuurd. De fraudemedewerker wordt ingezet op intensieve onderzoeken, dossiers waarbij vermoedens van fraude bestaan, de inzet op themacontroles en huisbezoeken.

  • De gemeente maakt gebruik van themacontroles. Themacontroles zijn gerichte controles – meestal in projectvorm – waarbij een bepaald aspect van de rechtmatigheid wordt onderzocht. In een afgebakende periode onderzoekt de gemeente een deel van het cliëntenbestand intensief op een bepaald frauderisico.

  • De rechtmatigheidscontrole wordt meer signaal gestuurd. Mogelijke signalen op basis waarvan de rechtmatigheidscontrole wordt verscherpt zijn:

    • a.

      Signalen van het inlichtingenbureau of SUWI-net waaruit blijkt dat de cliënt inkomsten of vermogen heeft dat niet is opgegeven

    • b.

      Signalen door middel van (anonieme) tips

    • c.

      Signalen van de cliënt zelf via het Inlichtingenformulier of (meerdere) aanduidingen dat een cliënt zijn re-integratieplicht probeert te ontduiken.

  • De gemeente maakt gebruik van internetonderzoek. Internetonderzoek kan worden gezien als fraudeonderzoek in een digitale omgeving. Het helpt de gemeente om vermoedens van fraude – zoals zwart werk en samenwonen – te bevestigen en nader onderzoek in te stellen.

  • De gemeente is op 26 februari 20219 toegetreden tot het convenant van de landelijke stuurgroep interventieteams (LSI). De LSI bestaat werkt op basis van een samenwerkingsconvenant. Wij kunnen hiermee met convenantpartners, zoals het UWV, Belastingdienst, SVB, Politie, Openbaar Ministerie en de Inspectie SZW, op projectmatige basis werken in interventieteams om belasting- en premiefraude, illegale bewoning, uitkeringsfraude, overtredingen van arbeidswetgeving en daarmee samenhangende misstanden te voorkomen en terug te dringen. Afspraken over de samenwerking in interventieteams zijn in het LSI-convenant vastgelegd.

 

2.4. Daadwerkelijk sanctioneren

De gedragingen waarbij en de wijze waarop een sanctie kan worden opgelegd is geregeld in artikelen 18 en 18a van de Participatiewet, 20a van de IOAW en artikel 20a van de IOAZ, alsmede in de Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ. De wetenschap bij cliënten dat de gemeente ook daadwerkelijk en snel sanctioneert, heeft een sterke preventieve werking.

  • De klantmanagers worden geïnstrueerd een lik op stuk beleid te volgen bij cliënten die willens en wetens zich niet houden aan de inlichtingenplicht met als doel geldelijk gewin.

  • Bij geconstateerde overtredingen wordt onverwijld, rekening houdend met het zorgvuldigheidsbeginsel, een boete opgelegd conform het Boetebesluit Sociale Zekerheidswetten.

  • Er wordt onverwijld, rekening houdend met het zorgvuldigheidsbeginsel en de beslagvrije voet, overgegaan op terug- en invordering van ten onrechte ontvangen uitkering overeenkomstig het Terug- en invorderingsbeleid van de gemeente Zoeterwoude. Indien mogelijk wordt het teveel ontvangen bedrag aan bijstand verrekend met de bijstandsuitkering conform artikel 60, derde lid van de Participatiewet en artikel 28, tweede lid van zowel de IOAW als de IOAZ.

  • Het college zet een strafrechtelijk traject in indien het benadelingsbedrag hoger is dan bruto € 50.000,- of als het vermoeden bestaat dat het benadelingsbedrag € 50.000,- of meer zal bedragen.

3. Behouden fraudealertheid binnen de organisatie

 

Naast de inzet van instrumenten en de mogelijkheid om een beroep te kunnen doen op een fraudemedewerker is het ook van belang dat de medewerkers zelf voldoende fraudealert zijn en blijven. Tijdens de behandeling van de aanvraag en gedurende de uitkeringsperiode kunnen er signalen naar voren komen die er op duiden dat de cliënt wellicht geen recht heeft op een uitkering. Daarom is het belangrijk dat de gemeente door middel van training en instructie blijft investeren in de handhavingsvaardigheden en de fraudealertheid van de medewerkers. De klantmanagers zullen periodiek bijeenkomsten bijwonen van VNG Naleving. Het doel van deze bijeenkomsten is om met het VNG en andere gemeentelijke klantmanagers en handhavingsspecialisten ervaringen uit te wisselen en kennis met elkaar te delen.

4. Inwerkingtreding

 

Dit beleidsplan treedt in werking na publicatie met ingang van 1 januari 2022 en heeft werking tot en met 31 december 2025.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoeterwoude van

de secretaris,

W.A.M. Zoetemelk-van der Hulst

de burgemeester,

F.Q.A van Trigt

Bijlage 1: Begrippenlijst:

 

Inlichtingenbureau:

Het inlichtingenbureau voorziet erin dat witte fraude in een vroeg stadium wordt ontdekt door de maandelijkse geautomatiseerde vergelijking van bestanden tussen o.a. gemeenten, Informatie Beheer Groep, Belastingdienst , UWV en Dienst Justitiële Instellingen

Suwi-net:

Via Suwi-net kunnen overheidsorganisaties gegevens van burgers en bedrijven digitaal uitwisselen. Door gegevens binnen de overheid te delen kunnen burgers sneller en beter worden geholpen en hoeven zij geen gegevens te verstrekken die de overheid al heeft. Suwinet is primair bedoeld voor UWV, SVB en de gemeentelijke sociale diensten.

Themacontrole:

Themacontroles zijn gerichte controles – meestal in projectvorm – waarbij een bepaald aspect van de rechtmatigheid wordt onderzocht. In een afgebakende periode onderzoekt de gemeente een deel van het cliëntenbestand intensief op een bepaald thema. Een themacontrole inkomen/werk richt zich op de inkomsten van een bepaald deel van het cliëntenbestand, voorbeelden hiervan zijn inkomsten uit het buitenland en partieel werk, Themacontrole woon- en leefsituatie richt zich op een vooraf bepaalde risicogroep binnen het cliëntenbestand. Het resultaat is inzicht in overtredingen zoals het niet-doorgeven van samenwonen. Voorbeelden van themacontrole woon-en leefsituatie zijn: alleenstaanden met gezinsuitbreiding, inwoning (onderverhuur en kostgangers) en cliënten met bijzondere lage kosten voor gas, water en licht. De themacontrole RDW richt zich op autobezit. Het bezit van motorvoertuigen kan een indicator zijn dat er iets niet helemaal klopt is (bijvoorbeeld het bezit van meerdere (bedrijfs-) auto’s). Voor de themacontrole inkomen-vermogen worden o.a. de bankafschriften over een periode van 3 maanden opgevraagd om te beoordelen of er sprake is van bijzondere inkomsten of uitgaven of opmerkelijk pingedrag.

VNG Naleving

VNG Naleving adviseert en ondersteunt gemeenten bij toezicht en handhaving in het sociaal domein, te weten: de Jeugdwet, Wet maatschappelijke ondersteuning, Participatiewet en de Wet kinderopvang.