Artikel 1. Definities

Deze uitvoeringsovereenkomst verstaat onder:

• 1.

  bedrijveninvesteringszone: het bij verordening aangewezen gebied in de gemeente waarbinnen de BIZ-bijdrage wordt geheven. Het aangewezen gebied is vermeld op de bij de verordening behorende en daarvan deel uitmakende kaart.

• 2.

  de wet: de Wet op de bedrijveninvesteringszones.

• 3.

  het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente.

• 4.

  de BIZ-bijdrage: een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten die zijn gericht op het bevorderen van leefbaarheid, veiligheid, ruimtelijke kwaliteit of een ander mede publiek belang in de openbare ruimte van de bedrijveninvesteringszone. De grondslag van de belasting is de WOZ waarde van het vastgoed van de ondernemer en een in de Verordening BIZ vastgestelde tarieventabel.

• 5.

  subsidie: subsidie in de zin van artikel 4:21 van de Algemene wet bestuursrecht.

• 6.

  de verordening: de Verordening bedrijveninvesteringszone Grote Polder 2026.

• 7.

  Multipurpose-stroken: de stroken grond (MP-stroken) waarop parkeerplaatsen kunnen worden gerealiseerd en welke stroken conform de inrichtingsvoorwaarden van de revitalisering van het bedrijventerrein Grote Polder zijn ingericht.

• 8.

  PMGP: Coöperatie Parkmanagement Grote Polder

Artikel 2. Doel van de uitvoeringsovereenkomst

De uitvoeringsovereenkomst beoogt op hoofdlijnen de afspraken tussen partijen en de verantwoordingsvoorwaarden voor de vereniging te regelen inzake de financiering en realisering van gebiedsgerichte collectieve zaken en de subsidieverstrekking daartoe door de gemeente.

Artikel 3. Duur van de uitvoeringsovereenkomst

Deze subsidie-uitvoeringsovereenkomst wordt aangegaan voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2030.

Artikel 4. Subsidie

• 1.

  De Algemene Subsidieverordening Zoeterwoude is op deze subsidie niet van toepassing.

• 2.

  De vereniging dient uiterlijk op 1 oktober voorafgaand aan het subsidiejaar bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente een schriftelijk verzoek om subsidie in, met een begroting en activiteitenplan op hoofdlijnen.

• 3.

  De jaarlijkse subsidie bedraagt maximaal het bedrag van de jaarlijks te ontvangen bedrag aan BIZ-bijdragen, verminderd met de daarmee samenhangende perceptiekosten, en is bestemd voor de onder artikel 5 overeengekomen activiteiten.

• 4.

  Jaarlijks wordt de prognose van de heffing van de BIZ-bijdragen berekend en aan de hand daarvan een beschikking afgegeven, rekening houdend met de hoogte van de perceptiekosten. De definitieve vaststelling van de subsidie vindt plaats op basis van de daadwerkelijke opbrengst van de heffing van de BIZ-bijdragen, na aftrek van de perceptiekosten.

• 5.

  Voor de subsidievaststelling legt de vereniging jaarlijks vóór 1 juli rekening en verantwoording af aan de gemeente over het in het voorafgaande jaar gevoerde beleid en de resultaten daarvan.

• 6.

  Bevoorschotting van de subsidie zal plaatsvinden in termijnen, de eerste termijn van 50% vóór 1 februari en de tweede termijn vóór 1 oktober van het jaar waarop de subsidie betrekking heeft, tot een maximum van 100% van het in de beschikking genoemde bedrag. Na vaststelling van de subsidie vindt verrekening plaats.

Artikel 5. Activiteiten

• 1.

  De vereniging voert activiteiten uit in de openbare ruimte en op internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid en/of de veiligheid, de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone Grote Polder.

• 2.

  Onder de in 5.1. genoemde activiteiten behoort in ieder geval het onderhoud van de MP-stroken. Het niveau van het onderhoud wordt vastgesteld in onderling overleg tussen de partijen.

• 3.

  Onder de in 5.1. genoemde activiteiten behoort voorts in ieder geval:

  • a.

    het zorg dragen voor een goede bewegwijzering;

  • b.

    het mede zorg dragen voor toezicht op de veiligheid van het terrein;

  • c.

    het onderzoeken van de mogelijkheden en voordelen en het zo mogelijk realiseren van overige collectieve voorzieningen dan wel gezamenlijke inkoop van diensten en goederen die een bijdrage leveren aan de onder 5.1 genoemde zaken of een ander mede publiek belang in de openbare ruimte van bedrijveninvesteringszone Grote Polder.

• 4.

  De gemeente draagt zorg voor het onderhoud van alle wegen en paden in de bedrijveninvesteringszone die eigendom zijn van de gemeente, zijnde Industrieweg, Produktieweg, Energieweg, Handelsweg en Nijverheidsweg, met inbegrip van openbaar groen, riolering en straatverlichting. Het niveau van het onderhoud wordt vastgesteld in onderling overleg tussen de partijen en is tot nader order conform de afspraken tussen PMGP en gemeente.

Artikel 6. Overleg, evaluatie en rapportage

• 1.

  Minimaal twee keer per jaar vindt een voortgangsgesprek plaats tussen de vereniging en de gemeente. Doelen van dit overleg zijn:

  • a.

    algemene informatie-uitwisseling en het signaleren van nieuwe ontwikkelingen;

  • b.

    bespreken van de voortgang en het door de partijen tijdig signaleren van eventuele afwijkingen van de contractafspraken;

  • c.

    aan de hand van de voortgangsgegevens tussentijds de gemaakte afspraken bijsturen;

  • d.

    het anticiperen op volgende jaren.

• 2.

  Partijen verplichten zich elkaar tijdig, volledig en juist te informeren omtrent ontwikkelingen die invloed hebben op hetgeen in deze overeenkomst is overeengekomen.

Artikel 7. Wanprestatie/overmacht

Ieder der partijen is gerechtigd deze uitvoeringsovereenkomst, en daarmee de subsidierelatie, te beëindigen, indien de andere partij, na schriftelijk in gebreke te zijn gesteld, waarbij een redelijke termijn wordt gegeven, in ernstige mate tekort schiet in de nakoming van een of meer krachtens deze overeenkomst op die partijen rustende verplichtingen, tenzij er sprake is van overmacht in de zin van artikel 6:75 van het Burgerlijk Wetboek.

Artikel 8. Geschillen

• 1.

  Partijen streven ernaar geschillen betreffende de uitleg, uitvoering of nakoming van deze overeenkomst in onderling overleg op te lossen.

• 2.

  Ieder geschil tussen partijen ter zake van de overeenkomst zal bij uitsluiting worden voorgelegd aan de daartoe bevoegde rechter, tenzij partijen alsnog een andere vorm van geschillenbeslechting zullen overeenkomen.

Artikel 9. Totstandkoming en tussentijdse beëindiging

• 1.

  Deze overeenkomst komt tot stand onder de opschortende voorwaarde dat de verordening uiterlijk 1 januari 2026 van kracht wordt. Het college zal, na blijk van voldoende steun als bedoeld in artikel 4 van de wet, besluiten tot inwerkingtreding.

• 2.

  De overeenkomst eindigt op 31 december van het 5e jaar na inwerkingtreding van de verordening. De overeenkomst eindigt eveneens indien de verordening tussentijds wordt ingetrokken met toepassing van artikel 6 van de wet.