donderdag 26 januari 2023
Originele publicatie downloaden:
Type bekendmaking:
algemeen verbindend voorschrift (verordening)



Bomenverordening 2022 Gemeente Zoeterwoude

 

Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    Ambitieleeftijd: De gewenste minimale eindleeftijd van een boom, passend bij de beleidsstatus van die boom. Voor waardevolle bomen is dit 60 jaar, voor structuurbomen 50 jaar. Voor overige bomen is het 20 tot 40 jaar.

  • 2.

    Beeldbepalende boom: Een boom of houtopstand is beeldbepalend als deze voor de beeldkwaliteit van de leefomgeving van grote waarde is. Of als de boom of houtopstand een belangrijke positieve bijdrage levert aan het karakter en de herkenbaarheid van de straat-, wijk‐ of dorp;

  • 3.

    Beleidsstatus: De bomen in Zoeterwoude zijn in drie groepen opgedeeld; waardevolle bomen, boomstructuren en functionele bomen. Dit is de beleidsstatus. Voor elk van deze groepen zijn aparte regels opgesteld.

  • 4.

    Beredderingskosten: De kosten die je maakt om schade aan een boom of houtopstand te voorkomen. Bijvoorbeeld stambescherming of het afzetten van een weg.

  • 5.

    Beschermde houtopstand: door het college aangewezen waardevolle bomen en boomstructuren, die met een vergunningsplicht zoveel mogelijk beschermd worden tegen vellen;

  • 6.

    Bomen Effect Analyse (BEA): Als in de buurt van een boom bouw-, aanleg-, of herinrichtingsprojecten plaatsvinden kan dit effect hebben op de boom. Een Bomen Effect Analyse is een gestandaardiseerde methode om het effect van de bouw op de boom te beoordelen. Een boomtechnisch deskundige voert de BEA uit, volgens de richtlijnen van het Handboek Bomen van het Norminstituut Bomen;

  • 7.

    Boom: Een houtachtig, opgaand gewas, levend of afgestorven. De stamdiameter moet minimaal 25 centimeter zijn. De omtrek moet minimaal 79 cm zijn. Beide maten zijn gemeten op 130 centimeter boven de grond als het gemaaid is (maaiveld). Als een boom meer stammen heeft, meten we de diameter van de dikste stam;

  • 8.

    Boomtechnisch deskundige: Een natuurlijk persoon die in het bezit is van een geldig European Tree Technician (ETT)-certificaat of vergelijkwaardig niveau. Om dit certificaat te halen heeft de boomtechnisch deskundige een specifieke opleiding gehaald;

  • 9.

    Boomstructuur: Een lijn- of vlakvormige groep bomen die als eenheid te herkennen is. De gemeente vindt deze structuren belangrijk en heeft deze daarom opgenomen op een structurenkaart. Een boomstructuur heeft een ecologische of ruimtelijke functie, bijvoorbeeld in een (weg)berm of langs het water, of in een park. Dit kan een hoofdstructuur zijn, of een groene verbinding door het dorp. De structuur kan ook een historische oorsprong hebben in de geschiedenis van Zoeterwoude;

  • 10.

    Boomveiligheidscontrole: Visuele boomcontrole om de veiligheid van bomen in relatie tot de directe omgeving te beoordelen. De controle wordt uitgevoerd door een boomtechnisch deskundige;

  • 11.

    Boomvormer: Een houtachtig gewas met één of meer hoofdtakken. Het houtachtige gewas kan uitgroeien tot een boom met één of meer stammen;

  • 12.

    Boomwaardebepaling: De Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen (NVTB) gebruikt een bepaald systeem om de waarde van bomen te taxeren. De methode is gestandaardiseerd. De waarde wordt bepaald in Euro’s. In bosplantsoenvakken wordt een waarde per m2 uitgerekend.in plaats van per boom.

  • 13.

    Bomenbeleidsplan: Het Bomenbeleidsplan Zoeterwoude 2022, met inbegrip van alle wijzigingen en opvolgers daarvan;

  • 14.

    Cultuurhistorische waarde: De waarde die een houtopstand heeft omdat deze onderdeel is van de lokale geschiedenis of een bepaalde cultuurhistorische betekenis heeft. Het meest bekend zijn de herdenkingsbomen die ter gelegenheid van bijzondere gebeurtenissen zijn geplant.

  • 15.

    Dendrologische waarde: De waarde die een houtopstand heeft omdat deze van een bijzondere soort is. Denk aan een exotische boomsoort of een bijzondere kweekvorm of variëteit.

  • 16.

    Dunnen: verwijderen van boomvormers uit een houtopstand als onderhoudsmaatregel ter bevordering van de groei van de overblijvende houtopstand, waarbij geen oppervlakte van de betreffende houtopstand verloren gaat.

  • 17.

    Ecologische waarde: De waarde die een houtopstand heeft omdat deze belangrijk is voor het voortbestaan van bepaalde planten en dieren. Het gaat hierbij om een structurele functie voor een bepaalde dier- of plantensoort. Bijvoorbeeld als groeiplaats voor een bijzondere kortsmossoort, of als vaste verblijfplaats voor vleermuizen. Ook een streekeigen boomsoort kan als autochtoon plantmateriaal belangrijk zijn voor de omgeving.

  • 18.

    Functionele bomen: alle bomen in het eigendom van de gemeente Zoeterwoude en niet vallen onder de categorie waardevol of boomstructuur;

  • 19.

    Handboek Bomen; een handleiding opgesteld door het Norminstituut Bomen. In deze handleiding zijn kaders en richtlijnen opgenomen voor het werken met en rondom bomen.

  • 20.

    Herplantfonds: Het herplantfonds is ingesteld door het college van burgemeester en wethouders. In het herplantfonds storten houders van een omgevingsvergunning geld als financiële compensatie voor het vellen van een boom of houtopstanden. Ook worden financiële compensaties, voor het vellen van bomen of houtopstanden zonder vergunning of melding, gestort in het herplantfonds

  • 21.

    Houtopstand: Een zelfstandige eenheid van bomen, boomvormers, struiken, hakhout of griend;

  • 22.

    Last onder bestuursdwang: Dit is een zogenaamde herstelverplichting. Een herstelverplichting is géén financiële compensatie. Het is een maatregel die er voor moet zorgen dat er geen sprake meer is van een overtreding en dat de situatie hersteld wordt;

  • 23.

    Maaiveld: het maaiveld is de hoogte van de grond als het gemaaid is.

  • 24.

    Noodkap: Het met spoed kappen van een boom die in de huidige toestand een acuut gevaar voor de omgeving vormt. De burgemeester moet daarvoor toestemming geven, in het kader van openbare orde en veiligheid.

  • 25.

    Openbaar toegankelijke ruimte: in het geval van houtopstanden is het een plaats die voor het publiek toegankelijk is. Hieronder vallen ook privéterreinen die niet zijn afgegrensd van de openbare ruimte door inrichting, beplanting of begroeiing. Deze terreinen zijn feitelijk openbaar zoals beschreven in de Wegenverkeerswet. Een voorbeeld hiervan is een parkeerplaats bij een flatgebouw. Als er een slagboom of een hek voor staat is het terrein niet openbaar.

  • 26.

    Uniciteit: Een boom is uniek binnen gemeente Zoeterwoude vanwege de grootte en/of groeivorm, bijvoorbeeld de grootste, dikste of scheefste boom van de wijk of het dorp.

  • 27.

    Vellen

    • a.

      alle handelingen die de boom in zijn voortbestaan kunnen bedreigen. Hiertoe wordt gerekend:

      • 1.

        rooien;

      • 2.

        verplanten;

      • 3.

        het voor de eerste keer knotten, kandelaberen of kandelaren (snoeiactiviteit waarbij de takken extreem worden ingekort (tot de stam of tot de eerste vertakking);

      • 4.

        het voor de eerste keer omvormen naar hakhoutbeheer;

      • 5.

        het snoeien van meer dan 25% van een boomkroon in één keer;

      • 6.

        handelingen waardoor de boom dood gaat;

      • 7.

        Handelingen waardoor de vorm van de boom ernstige beschadigingen oploopt die niet meer herstelbaar zijn.

    • b.

      Onder vellen valt niet:

      • 1.

        het knotten of kandelaberen van wilgen,

      • 2.

        het knotten, kandelaberen, of kandelaren als periodieke onderhoudsmaatregel nadat de boom al eens geknot, gekandelaberd of gekandelaard is,

      • 3.

        het uitvoeren van periodiek terugkerend hakhoutbeheer,

      • 4.

        het dunnen in een bosplantsoenvak als onderhoudsmaatregel.

  • 28.

    Waardevolle bomen: Individuele bomen die bijvoorbeeld door hun verschijningsvorm erg waardevol zijn. Het zijn gezonde bomen van 50 jaar of ouder of bomen met een speciale herdenkingsfunctie;

  • 29.

    Zeldzaamheid: Een boomsoort is voor gemeente Zoeterwoude zeldzaam als er vermoedelijk minder dan 5 volwassen exemplaren van voorkomen binnen de gemeentegrenzen. Het gaat hierbij om boomsoorten en variëteiten.

Artikel 1.2. Afstand erfgrens

In Zoeterwoude is de afstand tot de erfgrens voor bomen, hoger dan 6 meter, 2 meter. Voor bomen tot 6 meter is de afstand tot de erfgrens 1 meter. Voor heggen en heesters is de afstand 0,5 m.

Artikel 1.3 Waarop deze verordening van toepassing is.

  • 1.

    Deze verordening is van toepassing op houtopstanden:

    • a.

      die liggen binnen de bebouwde kom als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Wet Natuurbescherming

    • b.

      die liggen buiten de bebouwde kom en zijn vastgelegd als waardevolle boom op de Waardevolle bomenlijst

    • c.

      Die liggen buiten de bebouwde kom en zijn opgenomen in de boomstructuur in het Bomenbeleidsplan Zoeterwoude 2022

    • d.

      Die liggen buiten de bebouwde kom en het gaat om houtopstanden als bedoeld in artikel 4, eerste lid, sublid b, van de Wet Natuurbescherming.

  • 2.

    Deze verordening is niet van toepassing op:

    • a.

      wegbeplantingen en eenrijige beplantingen op of langs landbouwgronden als deze bestaan uit populieren of wilgen. Tenzij de wilgen zijn geknot;

    • b.

      vruchtbomen en windschermen om boomgaarden;

    • c.

      fijnsparren, niet ouder dan twaalf jaar, gekweekt als kerstbomen en geteeld op daarvoor in het bijzonder bestemde terreinen;

    • d.

      kweekgoed.

Hoofdstuk 2 Aanwijzingen beschermwaardige bomen

Artikel 2.1 Aanwijzing waardevolle bomen Zoeterwoude

  • 1.

    Waardevolle bomen worden door het College van Burgemeester en Wethouders aangewezen op grond van de in dit artikel onder lid 2 neergelegde aanwijscriteria. Waardevolle bomen worden vastgelegd op de Lijst bijzonder waardevolle bomen (Bijlage D, Bomenbeleidsplan Zoeterwoude 2022) .

  • 2.

    Een boom is in ieder geval waardevol als deze voldoet aan tenminste één of meer van de volgende waarden. De waarden worden verder toegelicht in het Bomenbeleidsplan Zoeterwoude en zijn opgenomen in de begrippenlijst (artikel 1.1).

    • a.

      de leeftijd van minimaal 50 jaar of minimale grootte van 60 centimeter stamdiameter op 1,3 meter boven maaiveld (170 centimeter stamomtrek);

    • b.

      beeldbepalend

    • c.

      ecologische waarde

    • d.

      cultuurhistorische waarde

    • e.

      zeldzaamheid, uniciteit of dendrologische waarde

    • f.

      bomen opgenomen in het Landelijke register van Monumentale Bomen van de Bomenstichting.

  • 3.

    De waardevolle bomenlijst omvat tenminste een omschrijving van de houtopstand, de standplaats, de plantwijze en de reden van de registratie.

  • 4.

    Het doel van de gemeente is dat de bomen op de waardevolle bomenlijst (zowel particuliere als gemeentelijke bomen), zoveel mogelijk in de oorspronkelijke staat worden behouden. Dit neemt de gemeente mee in haar overwegingen bij het beoordelen van vergunningaanvragen.

Artikel 2.2 Aanwijzing waardevolle boomstructuren Zoeterwoude

  • 1.

    In bijlage C van het Bomenbeleidsplan Zoeterwoude 2022 staat een structuurkaart met daarop de aangewezen waardevolle boomstructuren. Bomen die onderdeel zijn van deze boomstructuren worden geregistreerd als structuurboom.

  • 2.

    Een boom is in ieder geval onderdeel van een waardevolle boomstructuur als deze voldoet aan tenminste één of meer van de onderstaande waarden. Deze zijn verder toegelicht in het Bomenbeleidsplan Zoeterwoude 2022.

    • a.

      Stedenbouwkundige betekenis (bomenrijen die hoofd(water)wegen of bebouwingslijnen volgen);

    • b.

      Verbinding tussen groenelementen (bomenrijen die parken en andere groene gebieden verbinden);

    • c.

      Historische lijnen (bomenrijen met een historische betekenis).

  • 3.

    Het doel van de gemeente is dat de bomen die onderdeel zijn van een waardevolle boomstructuur zoveel mogelijk in de oorspronkelijke staat worden behouden. Dit neemt de gemeente mee in haar overwegingen bij het beoordelen van vergunningaanvragen.

Hoofdstuk 3 Activiteiten met betrekking tot bomen en houtopstanden

Artikel 3.1 Activiteiten met betrekking tot houtopstanden

Deze paragraaf gaat over de activiteiten die een negatieve invloed hebben op de houtopstanden in gemeente Zoeterwoude. Deze activiteiten omvatten:

  • 1.

    het vellen van bomen, met uitzondering van noodkap (artikel 4.2) ;

  • 2.

    het direct of indirect aantasten van bomen met gevolgen die niet meer herstelbaar zijn.

Artikel 3.2 Vergunningsplicht voor waardevolle bomen en boomstructuren

  • 1.

    Als een boom voldoet aan de criteria voor waardevolle bomen en is opgenomen op de waardevolle bomenlijst is een vergunning nodig om deze te mogen vellen.

  • 2.

    Ale een boom voldoet aan de criteria voor bomen in waardevolle boomstructuren en is opgenomen op de boomstructurenkaart is een vergunning nodig om deze te mogen vellen.

  • 3.

    Een vergunning is niet nodig als een boom gekapt moet worden vanwege de Plantenziektewet.

  • 4.

    Een vergunning is niet nodig bij een last onder bestuursdwang van het college om de boom te kappen.

  • 5.

    Als een boom gekapt wordt en vanwege lid 3 en 4 geen vergunning nodig is, is herplant en/of schadevergoeding wel nodig. Herplant en schadevergoeding worden in artikel 3.6 in deze verordening uitgelegd.

Artikel 3.3 Meldplicht voor vellen van houtopstanden in de openbaar toegankelijke ruimte

  • 1.

    Als een houtopstand in de openbaar toegankelijke ruimte staat geldt een meldplicht. Behalve als het gaat om een:

    • a.

      Een waardevolle boom of boomstructuren (daarvoor geldt vergunningsplicht);

    • b.

      Een houtopstand die moet worden geveld vanwege de Plantenziektenwet

    • c.

      een houtopstand die moet worden geveld vanwege een last onder bestuursdwang van het college. De herplantplicht zoals beschreven in artikel 3.6 blijft wel van toepassing.

  • 2.

    De melding moet 4 weken voor de kap bij het bevoegd gezag zijn ingediend.

  • 3.

    Bij opgave van de meldingen is het verplicht de onderstaande documenten aan te leveren:

    • a.

      Een plaatsaanduiding van de houtopstand die gekapt wordt;

    • b.

      Een boomveiligheidsrapportage als de boom geveld moet omdat deze een gevaar is voor de omgeving of omdat de conditie of kwaliteit van de boom onherstelbaar slecht is. De rapportage moet zijn opgesteld door een boomtechnisch deskundige.

    • c.

      Een projectontwerp voor ophoging of herinrichting waaruit blijkt dat het economisch niet haalbaar is om de boom te behouden.

    • d.

      Een afschrift van deskundig onderzoek in het geval de boom geveld moet vanwege onoverkomelijke overlast. Wat daar onder valt, staat in bijlage E van Bomenbeleidsplan Zoeterwoude 2022.

  • 4.

    Voor een volledige onderbouwing van de melding wordt het aangeraden ook een rapport van een Boom Effect Analyse mee te leveren.

Artikel 3.4 Indienen aanvraag kapvergunning voor waardevolle houtopstand en bij aantasting boomstructuren

  • 1.

    Een vergunning zoals besproken in artikel 3.2 moet worden aangevraagd door de eigenaar de betreffende houtopstand. Ook kan de aanvrager gemachtigd zijn.

  • 2.

    De aanvrager levert bij de aanvraag in ieder geval de volgende stukken en documenten:

    • a.

      een kaart waarop de betreffende houtopstand en de huidige situatie zijn aangegeven;

    • b.

      welk maatschappelijk belang van de aanvrager zwaarder weegt dan het belang van het in stand houden van de houtopstand op grond van de waarden als bedoeld in Hoofdstuk 2

    • c.

      Een rapport van een boomveiligheidscontrole, uitgevoerd door een boomtechnisch deskundige. Als de vergunning voor vellen wordt aangevraagd omdat daarmee letsel of ernstige schade wordt voorkomen moet een boomveiligheidscontrole worden uitgevoerd. Het letsel of ernstige schade moet het mogelijke gevolg zijn van een teruglopende conditie. De controle moet worden uitgevoerd door een boomtechnisch deskundige.

    • d.

      Een rapport van een Boom Effect Analyse in het geval de boom geveld wordt vanwege een bouw- of ophogingsproject.

    • e.

      Een compensatieplan, zoals verder wordt uitgelegd in artikel 3.9

Artikel 3.5 Criteria voor weigering vergunning vellen beschermde houtopstanden

  • 1.

    Een vergunning wordt geweigerd als de waarden van de waardevolle boom of structuurboom hoger zijn dan de reden voor vellen.

  • 2.

    Een vergunning voor vellen van een boom in een boomstructuur kan worden geweigerd wanneer door de kap de structuur als lijn of vlak niet behouden kan worden.

  • 3.

    Een vergunning kan worden geweigerd als naar boomtechnisch deskundige maatstaven:

    • a.

      De mogelijkheden en/of alternatieven voor duurzaam behoud niet aantoonbaar voldoende zijn onderzocht;

    • b.

      De reden van de aanvraag verband houdt met mogelijke gevaarzetting en dit niet voldoende gemotiveerd wordt aangetoond;

    • c.

      Het compensatieplan niet voldoet aan de eisen gesteld in artikel 3.9.

  • 4.

    De omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden wordt geweigerd als vellen in strijd is met de Wet Natuurbescherming.

Artikel 3.6 Herplanten bij vergunning of melding;

  • 1.

    Aan de vergunning en bij melding wordt het voorschrift verbonden dat herplant moet plaatsvinden. Het college geeft bij een vergunningverlening hiervoor een termijn, welke ten laatste in het eerstvolgende plantseizoen is, en eventueel aanvullende aanwijzingen voor de manier waarop de herplant moet plaatsvinden.

  • 2.

    Indien een plicht tot herplant wordt opgelegd dan dient de vervangende herplant tenminste drie jaar voldoende nazorg te krijgen. Wanneer de herplant niet aanslaat, dient deze binnen een jaar te worden vervangen op de aangegeven manier. Voor elke nieuwe vervanging geldt opnieuw drie jaar nazorg.

  • 3.

    Als herplant verplicht is gesteld wordt herplant volgens de vier stappen van de herplantladder een boom aangeplant:

    • a.

      Op dezelfde plek: de groeiplaats is zo ingericht dat de nieuw aangeplante boom kan volgroeien tot de ambitieleeftijd

    • b.

      Binnen dezelfde locatie: als herplant op exact dezelfde locatie niet mogelijk wordt onderzocht of herplant in de directe om

    • c.

      Grenzend aan de locatie

    • d.

      Elders in gemeente op (vooraf) aangewezen locatie

  • 4.

    Als het aantoonbaar niet mogelijk is een boom te herplanten volgens de herplantladder, dan kan bij de aanvraag voor een kapvergunning een onderbouwde aanvraag voor financiële compensatie ingediend worden. Voor een boom waarop een meldplicht (artikel 3.3) rust, moet dan alsnog een vergunning aangevraagd worden. Voor financiële compensatie gelden aanvullende bepalingen (artikel 3.7).

Artikel 3.7 Bijzondere voorschriften bij financiële compensatie herplant

  • 1.

    Als het niet mogelijk is om binnen de eerste 4 stappen van de herplantladder een boom te herplanten is het mogelijk om bij de vergunningaanvraag een verzoek te doen om de herplant financieel te mogen compenseren.

  • 2.

    Als de te vellen boom een meldplicht had, maar niet herplant (artikel 3.6 )kan worden volgens de herplantladder, zal voor deze boom alsnog een vergunningsaanvraag gedaan moeten worden, waarbij het verzoek tot financiële compensatie wordt gevoegd.

  • 3.

    De hoogte van de te betalen financiële compensatie wordt bepaald op basis van een waardebepaling van de boom, uitgevoerd door een gecertificeerd taxateur.

Artikel 3.8 Herplant-/instandhoudingsplicht bij vellen zonder vereiste vergunning

  • 1.

    Voor het vellen, verwijderen op andere wijze teniet doen van een waardevolle boom of boomstructuur is een vergunning nodig. Als deze niet is afgegeven en de boom toch geveld wordt zal het college herplant opleggen. Indien herplant niet mogelijk is zal de gemeente financiële compensatie eisen. De financiële compensatie is voor rekening van de eigenaar van de grond waar de boom of bomenstructuur opstaat of de persoon die verantwoordelijk is voor de tenietdoening. De hoogte van de financiële compensatie is gelijk aan de vervangingswaarde. Bij bomen wordt de hoogte bepaald op basis van de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen (NVTB). De financiële compensatie wordt gestort in het herplantfonds. Naast de financiële compensatie zal het college het verplichten om de boom te herplanten. De herplantplicht wordt verder besproken in artikel 3.6

  • 2.

    Indien een houtopstand waarop een vergunningsplicht als bedoeld in artikel 3.2 van toepassing is, in het voortbestaan ernstig wordt bedreigd, kan het college aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevindt dan wel aan degene die op een andere manier als aansprakelijke aan te wijzen is, de verplichting opleggen om overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn voorzieningen te treffen, waardoor die bedreiging wordt weggenomen.

  • 3.

    Degene aan wie een verplichting als bedoeld in het eerste en tweede lid is opgelegd, alsmede zijn rechtsopvolger, is verplicht daaraan te voldoen.

Artikel 3.9 Inhoud compensatieplan

  • 1.

    Een compensatieplan maakt deel uit van de te verlenen omgevingsvergunning voor het vellen van een houtopstand.

  • 2.

    In het compensatieplan wordt het volgende bepaald:

    • a.

      Waar zal worden herplant, op hetzelfde perceel of in de nabije omgeving, aangegeven op een voldoende gedetailleerde kaart, of met x- en y-coördinaten;

    • b.

      Een onderbouwing van de locatie van de herplant, volgens de stappen van de herplantladder.

    • c.

      Een omschrijving van de te herplanten houtopstand (soortnaam, maatvoering);

    • d.

      Een onderbouwing dat de kwalitatieve waarde van de aanplant verbeterd ten opzichte van de te vellen houtopstand,

    • e.

      Een omschrijving van de groeiplaats (bovengronds en ondergronds) met onderbouwing dat deze groeiplaats voldoende ruimte geeft aan de te herplanten boom. Voor de bepaling van de benodigde groeiruimte worden de richtlijnen van het Handboek Bomen gehanteerd.

    • f.

      Een nazorgplan voor de eerste drie jaren, gerekend vanaf de aanplant, waaruit blijkt dat alles gedaan wordt om de boom (of bomen) te laten aanslaan;

    • g.

      Indien sprake is van kap van 25 procent of meer van een als eenheid te herkennen structuur, de wijze waarop fasering van de kap en herplant over meerdere groeiseizoenen zal worden toegepast.

Hoofdstuk 4 Beheer en onderhoud

Artikel 4.1 Toegelaten activiteiten aan bomen

  • 1.

    Activiteiten aan bomen zijn toegestaan als deze bijdragen aan de doelstellingen zoals benoemd in het Bomenbeleidsplan Zoeterwoude 2022 of als instandhouding niet verantwoord is vanwege kans op letsel of schade aan personen of goederen. Tot deze activiteiten behoren:

    • a.

      activiteiten die betrekking hebben op regulier onderhoud, waaronder maar niet beperkt tot snoeien tot maximaal 25% per ronde, dunnen van bosplantsoen, terugzetten op knot of kandelaber, en hakhoutbeheer, en

    • b.

      activiteiten in het kader van de Plantenziektewet.

Artikel 4.2 Noodkap

Als sprake is van een dode/terminale/onstabiele boom die direct gevaar oplevert voor bebouwing, bewoners, gebruikers van het perceel of weggebruikers, kan deze met spoed (binnen een dag) gekapt moeten worden. De burgemeester kan hiervoor toestemming geven, in het kader van de openbare orde en veiligheid. De beheerder is door de burgemeester gemandateerd voor het nemen van het besluit tot noodkap.

Artikel 4.3 Bestrijding iepziekte en andere boomziekten

  • 1.

    Als op een erf of terrein één of meer bomen aanwezig zijn die volgens het college gevaar opleveren voor het verspreiden van een boomziekte of voor vermeerdering van de ziekteverspreiders zoals insecten, is de rechthebbende die daarvoor door het college is aangeschreven verplicht binnen de daarvoor gegeven termijn:

    • a.

      Volgens richtlijnen van de gemeente de gevelde houtopstand direct zodanig te behandelen dat verspreiding van de boomziekte wordt voorkomen;

    • b.

      de houtopstand ter plaatse te vellen.

  • 2.

    In het geval van iepziekte moeten de iepen ter plaatse ontschorst worden en de schors vernietigd, of moeten de niet ontschorste iepen of delen daarvan zodanig vernietigd of behandeld worden dat de verspreiding van de iepziekte wordt voorkomen, door:

    • a.

      De iepen te vellen als deze in de grond staan;

    • b.

      De iepen ter plaatse te ontschorsen en de schors te vernietigen, of;

    • c.

      De niet ontschorste iepen of delen daarvan te vernietigen of te behandelen zodat de verspreiding van de iepziekte wordt voorkomen.

  • 3.

    Het is niet toegestaan gevelde bomen of delen daarvan te hebben of te vervoeren, als het een boomsoort betreft die de desbetreffende boomziekte kan verspreiden.

  • 4.

    In uitzondering op lid 3 is het wel toegestaan geheel ontschorst iepenhout en iepenhout met een doorsnede van minder dan 4 centimeter te hebben of te vervoeren.

  • 5.

    Het college kan ontheffing verlenen van het verbod als bedoeld in het derde lid.

Artikel 4.4 kabel en/of leidingwerkzaamheden in de nabijheid van bomen

  • 1.

    Bij kabel en/of leidingwerkzaamheden in de nabijheid van bomen wordt de minimale graafafstand tot stabiliteitskluit zoals beschreven in de actuele versie van het Handboek Bomen van het Norminstituut Bomen in acht genomen;

  • 2.

    De schade aan bomen wordt achteraf vastgesteld op basis van de Richtlijnen NVTB (Nederlandse vereniging van taxateurs van bomen). De aansprakelijkheidsstelling voor de schade vindt plaats conform het civiele aansprakelijkheidsrecht. Het totale schadebedrag wordt opgebouwd uit de getaxeerde schade inclusief taxatiekosten, beredderingskosten en overige bijkomende kosten zoals voor verhalen van schade.

Artikel 4.5 activiteiten in de nabijheid van bomen

  • 1.

    Als in de nabijheid van gemeentelijke houtopstanden werkzaamheden gaan plaatsvinden die mogelijk een negatief effect hebben op de houtopstand, is de uitvoerder verplicht een Boom Effect Analyse op te stellen van en voorafgaand aan de werkzaamheden. Het is verplicht de daaruit voortvloeiende maatregelen met betrekking tot bescherming van de houtopstand op te volgen.

  • 2.

    Bij de uitvoer van de werkzaamheden gelden de richtlijnen van de actuele versie van het Handboek Bomen van het Norminstituut Bomen.

  • 3.

    Bij aangerichte schade ten gevolge van de aanleg, instandhouding en opruiming van werkzaamheden in de nabijheid van bomen, laat gemeente Zoeterwoude het herstel laten verrichten door een door de gemeente geselecteerde aannemer. De marktconforme kosten worden aan de uitvoerder doorberekend. De uitvoerder wordt hiervan vooraf (schriftelijk of per mail) op de hoogte gebracht door de gemeente Zoeterwoude;

  • 4.

    De schade aan bomen wordt achteraf vastgesteld op basis van de Richtlijnen NVTB (Nederlandse vereniging van taxateurs van bomen). De aansprakelijkheidsstelling voor de schade vindt plaats volgens het civiele aansprakelijkheidsrecht. Het totale schadebedrag wordt opgebouwd uit de getaxeerde schade inclusief taxatiekosten, beredderingskosten en overige bijkomende kosten zoals voor verhalen van schade.

Hoofdstuk 5 Financiële bepalingen herplantfonds en boomwaardebepaling

Artikel 5.1 Herplantfonds

  • 1.

    Het college beheert het Herplantfonds.

  • 2.

    Het Herplantfonds wordt gebruikt voor de versterking van het bomenbestand en andere vormen van beschermd groen in de stad.

  • 3.

    In het door het college ingestelde Herplantfonds worden financiële bijdragen gestort door:

    • a.

      Rechthebbenden en/of overtreders in situaties als bedoeld in artikel 3.8

    • b.

      Als aan de omgevingsvergunning voor het vellen van een houtopstand het voorschrift is verbonden dat de waarde van de houtopstand geheel of gedeeltelijk moet worden gecompenseerd, dan moet deze financiële compensatie in het Herplantfonds worden gestort.

  • 4.

    Het kan voorkomen dat de vergunning voorschrijft dat de compensatie deels plaatsvindt op basis van het compensatieplan en deels via het storten van een financiële compensatie in het Herplantfonds.

Artikel 5.2 Boomwaardebepaling

  • 1.

    De boomwaardebepaling wordt gedaan op grond van de op dat moment actuele gepubliceerde methode van de Nederlandse Vereniging van Beëdigde Taxateurs van Bomen (NVTB).

  • 2.

    Als de waarde van de houtopstand niet kan worden bepaald door middel van de methode als bedoeld in het eerste lid, bepaalt het college een financiële vervangingswaarde, waarin in ieder geval worden meegerekend:

    • a.

      Aankoop en planten van een vervangende boom, inclusief alle voorbereidende werkzaamheden;

    • b.

      Passende groeiplaatsaanleg;

    • c.

      Nazorg voor tenminste 3 jaar.

Hoofdstuk 6 Handhaving

Artikel 6.1 Strafbepaling

  • 1.

    Overtreding van het bepaalde in de artikelen van deze verordening en de krachtens deze artikelen gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.

  • 2.

    Lid 1 is niet van toepassing voor zover via de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de Wet economische delicten van toepassing is.

Artikel 6:2 Toezichthouders

Toezicht op de naleving van de regels in deze verordening wordt gehouden door de bijzondere opsporingsambtenaren namens gemeente Zoeterwoude. Deze worden bij besluit van het college dan wel de burgemeester daarvoor aangewezen.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 7.1 Overgangsbepaling

Aanvragen voor een vergunning die zijn ingediend vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening en waarop nog niet is beslist, worden behandeld overeenkomstig de bepalingen van de in het derde lid van artikel 7.2 genoemde verordening.

Artikel 7.2. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    In de slotbepaling Artikel 7.2 eerste lid staat aangegeven, Deze verordening treedt in werking op 29 september 2022.

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als de “Bomenverordening 2022”.

  • 3.

    De Bomenverordening 2010 komt te vervallen op het in het eerste lid genoemde tijdstip.